Hoe bereik je klanten uit andere dorpskernen?

Het zal veel winkeliers bekend voorkomen: Bleiswijkers gaan
niet winkelen in Bergschenhoek en vice versa. Ze gaan wel allebei naar Berkel en Rodenrijs om te shoppen. Wat doen Lansingerlandse ondernemers om klanten buiten de eigen dorpskern te vinden?
De dorpskernen zijn belangrijk voor Lansingerland. Ze zijn samen de pilaren van de gemeente. Maar soms lijkt er weinig verband te zijn tussen de kernen: de inwoners lijken vaak vooral op hun eigen dorp aangewezen. En dan gaat het niet alleen om winkelen en shoppen. Zo komt zo’n twee derde van het klantenbestand van Vermin Fysiotherapie uit Bleiswijk, de ‘rest’ uit de andere kernen. Jan Vermin zou dat best anders willen zien. Maar dat vraagt pr én onderscheidende diensten. “Zo bieden we sinds enig tijd shockwave aan. Die therapie is zeer geschikt voor sportblessures, zoals peesontstekingen. Daarmee zijn we uniek binnen én buiten Lansingerland.
Dat zouden we meer aan mensen uit de andere kernen moeten vertellen.”
In alle kernen flyeren John Stassen, eigenaar van De Theeroos, heeft inmiddels uitgebreide ervaring met het trekken van gasten van buiten het dorp.
“Ik flyer in alle kernen en adverteer binnenkort ook op de led-schermen van de sportschool in Berkel en Bergschenhoek. Daarmee bereik je zo’n 1200 klanten!” Veel bezoekers aan De Theeroos komen dan ook van buiten Bleiswijk.Vaak komen ze toevallig voorbij fietsen, maar meestal kondigen ze hun bezoek vooraf aan. Stassen: “Ik krijg naast de gasten voor de lunch vooral veel reserveringen voor high tea en high wine, ook van buiten de kern en dan vooral via mond tot mond reclame.”
Het aantal bezoekers van buiten Lansingerland – zoals Zoetermeer en Rotterdam of zelfs verder – is minstens zo groot. Vaak gebeurt dat in combinatie met een bezoek aan sauna Elysium, tegelhandel Jan Groen of Van der Linde Interieur. “Zo’n veertig procent van de bezoekers komt van buiten Lansingerland.”
Een rivier? Voor beide ondernemers zijn klanten van buiten hun eigen dorpskern dus belangrijk. En hoewel de fysieke afstand tussen de drie dorpskernen klein is; de gevoelsmatige afstand is groot. Stassen: “Het lijkt soms alsof de N209 een rivier is.” Vermin: “We hebben ook een praktijk in Pernis. Dat dorp is jaren geleden onderdeel geworden van Rotterdam, maar de inwoners voelen zich geen Rotterdammers: ze wonen in Pernis. Hetzelfde zie je in Lansingerland.” Stassen: “De kernen zijn samengevoegd, maar werken nog weinig samen.” Hoewel beide ondernemers een totaal andere tak van sport beoefenen, kunnen ze elkaar wel degelijk helpen met het vinden van klanten, blijkt tijdens de lunch. Vermin: “John, kun je me helpen met het adres waar je adverteert? En zal ik binnenkort je flyers in onze praktijk leggen?” Stassen: “Leuk. Kijk, zo helpen we elkaar.”